ik kan de steen bedwingen, maar ik kan de steen geen geweld aan doen.
De beeldhouwer die werkt zowel in steen als in brons, werkt met twee verschillende processen.
Het bronzen beeld ontstaat door het maken van een armatuur (het zogenaamde binnenwerk) wat in feite al de essentie van het te maken beeld in zich heeft. Een fout in het armatuur geeft een fout beeld. Daarna, bij het opbrengen van de was of de klei op het armatuur heeft de beeldhouwer de vrijheid om ‘’fouten’’ te herstellen. Als het beeld in klei of was er staat kan het naar de bronsgieter. En dat is mijn proces, want het vak van bronsgieter beheers ik niet.
Bij het maken van een beeld uit steen wordt er direct bij de eerste slagen van de hamer op de beitel bepaald hoe het beeld zich kan ontwikkelen. Het beeld wat je wilt maken moet al helemaal ‘’in je hoofd zitten’’. Eigenlijk is dat vergelijkbaar met het maken van de armatuur voor het bronzen beeld. Want ook daar moeten maten en verhoudingen ook aangegeven worden. Je kunt een schetsontwerp in het klein maken of op ware grootte, maar bij het hakken in de steen moet het beeld voortdurend in je gedachten zijn. De steen geeft ook beperkingen voor de vormen. Je zou kunnen zeggen dat er bij het hakken uit steen veel ‘’denkwerk moet zijn’’.
De technische vooruitgang maakt het mogelijk dat vanaf een klein (op schaal) ontwerp via de computer in groter beeld gemaakt kan worden. Ik werk echter nog op de traditionele wijze.