Over mij

1937 – 1958

1937, geboortejaar van Barbara Hoyng, de oudste dochter van Bernard Rudolf Marie Hoyng en Mary Jane Schröder. Van beide kanten zijn het families van “koopmannen”. Ze leerde lezen voordat ze naar school ging en dat bepaalde het verdere verloop van haar leven. De wereld bestond uit verhalen. Gekoppeld aan een talent voor een beeldend vermogen was het logisch dat na de middelbare schoolopleiding de Kunstacademie de volgende fase zou zijn.

De ouders waren het niet eens met deze keuze. Dus werd het een jaar “Parijs”als kindermeisje/hulp in de huishouding”(1956). De beslissing om het ouderlijk huis te verlaten en een eigen weg te gaan was daarna niet moeilijk om te nemen. 1957-1958 volgde ze een opleiding tot lerares / basisonderwijs: de onafhankelijke economische staat was zo een feit.

1964 vertrek naar Canada met 3 kleine kinderen, waar in 1965 nog een dochter geboren wordt. Na een driekwart jaar in Edmenton gewoond te hebben vertrekt het gezin naar Calgary. In de lange winterperiode organiseerde de stad Calgary wintercursussen. Het is daar dat de eerste tekenlessen gegeven door Canadese kunstenaars een wereld lieten zien waar zij begreep dat ze daartoe behoorde. De experimentele wijze waarop deze lessen werden gegeven vormde de basis waarop de deuren van de  Kunstacademies vlot werden geopend. Het gezin keerde uiteindelijk terug naar Nederland.

De Canadese periode

1974-1977

Toch was er een tussengebied van een studie aan de Rijksuniversiteit in Leiden waar het vak Geschiedenis 2,5 jaar lang de aandacht opeiste. De drang om achter de VERHALEN te komen en om meer inzicht te krijgen in de kunstuitingen van lang geleden was er ook. Het tekenen bleef gewoon een onderdeel van het dagelijkse bestaan. Dit werd gedaan op de ateliers van bekende kunstenaars (o.a. Sierk Schröder)  en op de werkplaatsen van kunstenaarsverenigingen (Wassenaar en Voorschoten).

Op de Rijksacademie in Amsterdam worden 4 avonden en een volle dag de lessen gevolgd (leraren o.a. Willem de Oude , Paul Overhaus, Willem Vaarzon Morel) naast het nu part-time werk in het onderwijs.

De Rijksacademie en daarna

1984 – 1998

Het eerst jaar als zelfstandig werkend beeldend kunstenaar. Het nieuwe atelier in Brabant (Dongen) is een luxe, die nog niet eerder gekend was. Het zou echter niet lang duren. De dood door een verkeersongeval van de jongste dochter, bijna 19 jaar oud , veroorzaakte een stagnatie.

Een winter werd doorgebracht in de Provence en de urenlange wandelingen rondom de laatste woning van Picasso brachten de drang om verder te gaan weer terug. In 1989 ontving ze een gedeelde 1e prijs in de competitie van de Wassenaarse Kunstkring ( nu Kunstgroep Wassenaar) samen met Louis Vorkink. De beslissing om te gaan beeldhouwen was echter al genomen. Een klein gemodelleerd paard in was werd, in brons gegoten, meteen een succes op de eerste beeldententoonstelling in Middelharnis.

In 1993 was er de eerste expositie met beelden in steen en grote tekeningen in Galerie Kadans in Den Haag (Hermance Schaepman). Van 1994-1998 tentoonstellingen in Den Haag, Rijswijk o.a ook toen door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen , WVC , Voorschoten en een studiereis met subsidie gegeven door de Gemeente Voorschoten naar Litouwen. Er werden recensies geschreven over de exposities van Den Haag en Rijswijk en Leiden in de dagbladen. (de Haagse Krant; Het Leidsch Dagblad) Na eerst een werkplaats in Voorschoten gehad te hebben komt er een groot atelier op de Haagweg 4 in Leiden.

1998, verhuizing naar de waddenkust. Op het randje van Nederland wordt 16 jaar gewerkt waar het licht van de Wadden ongehinderd de hele dag in de werkplaats valt.

Voor een beeldhouwer de mooiste optie die er is. Dan komt er een grote opdracht van de stad Sneek, waarvan de oplevering in 2001 gerealiseerd wordt. De laatste expositie in een Galerie, die van belang is vindt plaats in 2002 , in Galerie Kadans in De Haag (met dan Ariane Pikaar). Vanaf 2003 worden tentoonstellingen, meestal in samenwerking met andere kunstenaars, vanuit de werkplaats georganiseerd. 2014-2015 dan 77 jaar oud blijft het werken met de steen, het tekenen en het maken van etsen doorgaan, maar nu is er ook een verhuizing naar de Kop van Noord-Holland.

Met de duinen in de verte, het licht rondom de nieuwe kleine werkplaats gaat de ontwikkeling van het werk van beeldhouwer Barbara Hoyng weer verder.

Groningen en daarna

1937 – 1958

1937, geboortejaar van Barbara Hoyng, de oudste dochter van Bernard Rudolf Marie Hoyng en Mary Jane Schröder. Van beide kanten zijn het families van “koopmannen”. Ze leerde lezen voordat ze naar school ging en dat bepaalde het verdere verloop van haar leven. De wereld bestond uit verhalen. Gekoppeld aan een talent voor een beeldend vermogen was het logisch dat na de middelbare schoolopleiding de Kunstacademie de volgende fase zou zijn.

De ouders waren het niet eens met deze keuze. Dus werd het een jaar “Parijs”als kindermeisje/hulp in de huishouding”(1956). De beslissing om het ouderlijk huis te verlaten en een eigen weg te gaan was daarna niet moeilijk om te nemen. 1957-1958 volgde ze een opleiding tot lerares / basisonderwijs: de onafhankelijke economische staat was zo een feit.

De Canadese periode

1964 vertrek naar Canada met 3 kleine kinderen, waar in 1965 nog een dochter geboren wordt. Na een driekwart jaar in Edmenton gewoond te hebben vertrekt het gezin naar Calgary. In de lange winterperiode organiseerde de stad Calgary wintercursussen. Het is daar dat de eerste tekenlessen gegeven door Canadese kunstenaars een wereld lieten zien waar zij begreep dat ze daartoe behoorde. De experimentele wijze waarop deze lessen werden gegeven vormde de basis waarop de deuren van de  Kunstacademies vlot werden geopend. Het gezin keerde uiteindelijk terug naar Nederland.

1974-1977

Toch was er een tussengebied van een studie aan de Rijksuniversiteit in Leiden waar het vak Geschiedenis 2,5 jaar lang de aandacht opeiste. De drang om achter de VERHALEN te komen en om meer inzicht te krijgen in de kunstuitingen van lang geleden was er ook. Het tekenen bleef gewoon een onderdeel van het dagelijkse bestaan. Dit werd gedaan op de ateliers van bekende kunstenaars (o.a. Sierk Schröder)  en op de werkplaatsen van kunstenaarsverenigingen (Wassenaar en Voorschoten).

De Rijksacademie en daarna

Op de Rijksacademie in Amsterdam worden 4 avonden en een volle dag de lessen gevolgd (leraren o.a. Willem de Oude , Paul Overhaus, Willem Vaarzon Morel) naast het nu part-time werk in het onderwijs.

1984 – 1998

Het eerst jaar als zelfstandig werkend beeldend kunstenaar. Het nieuwe atelier in Brabant (Dongen) is een luxe, die nog niet eerder gekend was. Het zou echter niet lang duren. De dood door een verkeersongeval van de jongste dochter, bijna 19 jaar oud , veroorzaakte een stagnatie.

Een winter werd doorgebracht in de Provence en de urenlange wandelingen rondom de laatste woning van Picasso brachten de drang om verder te gaan weer terug. In 1989 ontving ze een gedeelde 1e prijs in de competitie van de Wassenaarse Kunstkring ( nu Kunstgroep Wassenaar) samen met Louis Vorkink. De beslissing om te gaan beeldhouwen was echter al genomen. Een klein gemodelleerd paard in was werd, in brons gegoten, meteen een succes op de eerste beeldententoonstelling in Middelharnis.

In 1993 was er de eerste expositie met beelden in steen en grote tekeningen in Galerie Kadans in Den Haag (Hermance Schaepman). Van 1994-1998 tentoonstellingen in Den Haag, Rijswijk o.a ook toen door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen , WVC , Voorschoten en een studiereis met subsidie gegeven door de Gemeente Voorschoten naar Litouwen. Er werden recensies geschreven over de exposities van Den Haag en Rijswijk en Leiden in de dagbladen. (de Haagse Krant; Het Leidsch Dagblad) Na eerst een werkplaats in Voorschoten gehad te hebben komt er een groot atelier op de Haagweg 4 in Leiden.

Groningen en daarna

1998, verhuizing naar de waddenkust. Op het randje van Nederland wordt 16 jaar gewerkt waar het licht van de Wadden ongehinderd de hele dag in de werkplaats valt.

Voor een beeldhouwer de mooiste optie die er is. Dan komt er een grote opdracht van de stad Sneek, waarvan de oplevering in 2001 gerealiseerd wordt. De laatste expositie in een Galerie, die van belang is vindt plaats in 2002 , in Galerie Kadans in De Haag (met dan Ariane Pikaar). Vanaf 2003 worden tentoonstellingen, meestal in samenwerking met andere kunstenaars, vanuit de werkplaats georganiseerd. 2014-2015 dan 77 jaar oud blijft het werken met de steen, het tekenen en het maken van etsen doorgaan, maar nu is er ook een verhuizing naar de Kop van Noord-Holland.

Met de duinen in de verte, het licht rondom de nieuwe kleine werkplaats gaat de ontwikkeling van het werk van beeldhouwer Barbara Hoyng weer verder.